"Ecolabel", mogelijk voor iedereen! - Institut Technique René Cartigny » Bubble

“Ecolabel”, mogelijk voor iedereen! – Institut Technique René Cartigny

40 IF_VALO_Ecolabel_Cartignyok_photo

Projectgegevens

Over het project

Onderwijs verbinden met milieubeheer, dat is de uitdaging die de gemeente Elsene in 2008 lanceerde in het Technisch Instituut René Cartigny door de school te begeleiden bij het behalen van het label “Ecodynamische onderneming”. Een terugblik op een ambitieus project!

In de loop van het schooljaar 2007-2008 stelde Nathalie Carlier, eco-adviseur aan de gemeente Elsene, de school voor een project op te starten om het label “Ecodynamische onderneming” te behalen. De bedoeling was om die aanpak eerst in de scholen in te voeren en die daarna uit te breiden tot de gemeente. De schooldirectie en de verantwoordelijke voor het atelier, Joseph Messina hebben spontaan ja gezegd tegen dit avontuur!

DE CO2-BUIS

De eerste stap van het project bestond erin de volledige school te informeren en achter het project te scharen – lerarenkorps, leerlingen en personeel. Het IRC werd vervolgens begeleid door de vzw COREN en de gemeentelijke dienst Milieuraadgeving om de koe bij de horens te nemen door met de klassen een audit van de school uit te voeren en het kandidatuursdossier voor het label op te stellen. Er werden ook verscheidene sensibiliserings- en informatieacties ondernomen.

Zo was er tijdens de Opendeurdagen van de school de activiteit “CO2-buis”, georganiseerd met de hulp van de vzw COREN. Die berekende de ecologische voetafdruk van de bezoekers. Met een kaart van Brussel moesten die het gebruikte vervoersmiddel en de afstand afgelegd van thuis naar school opgeven. Daarna konden ze hun ecologische voetafdruk berekenen met behulp van een tabel gemaakt door de vzw COREN. Die oefening gaf vervolgens een globaal overzicht van de verschillende verplaatsingen. Een ” CO2-buis” werd geleidelijk gevuld om de algemene voetafdruk te illustreren die de deelnemers teweegbrachten met hun verplaatsingen.

Ook in de klas werd een enquête gehouden over de vervoersmiddelen van de studenten. Dat werd dan in grafieken vertaald om vaardigheden te ontwikkelen bij het berekenen van gemiddelden en percentages. “Deze oefening leverde al een flinke vooruitgang op in ons Schoolvervoersplan”, aldus Joseph Messina. Daarna hebben verscheidene leerkrachten zich aangesloten bij het project: zo stelden de leerkrachten Frans de vragenlijst en de enquête samen met de leerlingen op. De klassen van Christophe Carignano, leerkracht menswetenschappen en economische en sociale opvoeding, hebben de informatie gegroepeerd en verwerkt. Het resultaat waren een aantal cirkeldiagrammen die ze mondeling hebben voorgesteld, onder meer aan de directie.

Na dit experiment, dat veel inspanning vroeg zowel van de leerkrachten als van de leerlingen, besliste Christophe Carignano om met zijn klas de toegepaste methodologie te evalueren. Vervolgens konden ze nadenken over hoe ze deze konden verbeteren.

1 LABEL, 2 STERREN, VEEL PROJECTEN

In 2014 heeft de school haar tweede ster binnengehaald. De gemeente Elsene, de inrichtende macht van de school, heeft de volgende werken uitgevoerd om de globale ecologische impact van de school maximaal te beperken: alle verlaagde plafonds werden nog verlaagd, er werden aanwezigheids- en lichtvoelers geplaatst, en er werden renovatiewerken aan isolatie en verwarming uitgevoerd. Dit vernieuwende project was best een grote uitdaging die deze technische school en haar inrichtende macht ook een zekere verbondenheid opleverde.

De leerlingen van hun kant zijn verantwoordelijk voor het sorteren van afval in de werkplaatsen. De school heeft daartoe een sorteercentrum voorzien. Met een evaluatierooster wil men ook sommige verplichtingen laten naleven om zowel aandacht te vragen voor veiligheid als voor het leefmilieu. Want volgens Joseph Messina moeten de leerlingen leren hoe het eraan toe gaat in een bedrijf als ze er een stage doen. Sommige leerlingen hebben ook de verbrandingsoven en het sorteercentrum van Net Brussel bezocht, anderen maakten een boom met paletten, fietsendragers, een insectenhotel en moestuinbakken. Daarnaast ontwierpen ze ook affiches over het thema milieu voor een wedstrijd georganiseerd door de Rotary Club van Brussel. Er zijn verscheidene leerkrachten die ook andere projecten uitvoeren, maar soms wordt die informatie niet voldoende uitgewisseld, vinden Joseph Messina en Christophe Carignano. Ze onderstrepen het belang om nieuw leven te blazen in een stuurcomité dat in overleg beslissingen kan nemen en de link legt tussen de verschillende partijen en collega’s op school. Dit zou ook de interne wedijver een beetje aanwakkeren. “Het zou gaan om een vergadering met enkele mensen uit het lerarenkorps: wat is er gedaan, wat doen we nu en waar gaan we naartoe?”, legt de verantwoordelijke voor het atelier uit.

Want ondanks het behalen van het label, de hulp van begeleiders, de hulp en follow-up van de gemeente, is niet de hele school op de kar gesprongen: tijd en energie blijven drempels om zo’n project te verwezenlijken.

Christophe Carignano voert van zijn kant een aantal eigen projecten verspreid over een volledig schooljaar. Na de plaatsing van een gemeentelijk bijenhuis, heeft de dienst Milieuraadgeving hem voorgesteld om te werken rond het thema van de wilde bijen. Dit project wordt omkaderd door de Brusselse vereniging “Apis Bruoc Sella” en ondersteund door een financiering van de Franse Gemeenschapscommissie (COCOF). De leerlingen kunnen deelnemen aan alle stappen van dit initiatief: tekenen, maken en plaatsen van de nestkasten. De leerlingen kregen ook de kans om een door de vzw ontworpen animatie te ontdekken: “Het bijenpad”.

Binnenkort zal een designer ze komen helpen om de bijen en nestkasten te tekenen. Daarna volgen het ontwerp, de plaatsing en het beoordelen van de resultaten. Dit sluit aan bij de lessen die de leerkracht geeft. Maar volgens hem zou het nog beter zijn om ook verbanden te leggen met andere vakken in een langetermijnperspectief.

OP KOMST

Joseph Messina is onlangs naar de “Beurs over Schoolvervoerplannen” geweest en heeft er het team van de vzw “Pro Velo” ontmoet. Hij zal hun installatie bezoeken in 2015 en wil nadenken over de manier waarop hij zijn technici in spe kan inwijden. Die laatsten kunnen beginnen met het herstellen van hun eigen fietsen om daarna die van de school aan te pakken en zo te leren hoe ze te onderhouden. Voor de toekomst hopen Christophe Carignano en Joseph Messina op een grotere samenwerking zowel bij de leerkrachten als bij de leerlingen zodat de school een wemelende bijenkorf wordt die evolueert en interageert. En ze voegen er als optimistische afsluiter aan toe dat het Instituut de eerste technische school in Brussel is die het label heeft behaald. En als hun school erin geslaagd is, dan kan elke school het label behalen, klinkt het!

Deel het project op
Share on facebook
Share on linkedin
Share on whatsapp
Share on print
Share on email

Zoek een andere project

  • Per Thema

  • Per Niveau

  • Per Gemeente

  • Per trefwoord